Gehaast vertrokken vanaf m’n werk – net iets later dan gehoopt – met in het achterhoofd de restanten van een drukke werkdag en een spoedklusje dat ik vanavond thuis nog moet klaren.
Druk op de weg.
Ik moet nog koken.
Ondeugende peuter ophalen op het kinderdagverblijf die probeert te ontsnappen, uiteraard geen jas aan wil – en schoenen zijn ook stom – z’n sjaal dan maar tolereert, maar z’n muts in z’n hand wil houden. Zwetend achter m’n mondkapje loop ik commanderend achter hem aan naar buiten.
Dan staat ‘ie ineens stil en kijkt omhoog. “Mama!” Kijk, mama, de maan!”
We staan stil, kijken naar boven en zien een heldere, sikkelvormige maan. Alle haast verdwijnt. Er is niets anders dan de maan en onze verwondering.
“Aaien”, vraagt hij? Ik glimlach, pak z’n handje en samen lopen we naar de auto. Nu is nu. De rest is voor later.
Met excuses voor de wellicht onverwachte diepte die ik u hier onaangekondigd voor de voeten werp. Ik heb m’n momenten.
Reacties
Nog geen reacties